News detail

Jeremy Gucassoff, the final season of a great champion

25/03/2024 – 19:30

At the end of this season, Jeremy "Mimi" Gucassoff will close a significant chapter of his life, that of a DH hockey player. For 18 seasons, he has roamed the elite fields with passion, dedication, and talent. Much like John Verdussen, he epitomizes the quintessential clubman, having only known one club, Racing. Like Felix Denayer, he also represents the values of hockey such as sportsmanship and exemplarity, consistently responding to the demands of supporters or the press, whether in defeat or victory. We will also remember him as a genuinely nice guy.


Monologue.

« J’ai débuté le hockey en écureuil au Racing. Assez rapidement, j’ai joué avec une bande d’amis et j’ai intégré la DH en 2006 avec ce que l’on a appelé la « génération Melotte », du nom de Luc, notre entraîneur qui nous a lancé en DH : les frères De Mot, Jérôme et Nicolas Truyens, Vanneste, Feron, Buchet et j’en passe. Alors qu’avant 2006, le club faisait l’ascenseur entre D1 et DH, il s’est ensuite stabilisé en DH et plutôt le haut du classement. Nous avons rapidement été des candidats aux play-offs et j’ai joué pas mal d’éditons des Play-off, avec 5 finales de championnat (dont une perdue aux strokes face au Dragons) et un titre en 2022, deux « final 4 » en EHL et une médaille décrochée l’an dernier. En Indoor aussi, j’ai aussi collectionné les trophées avec 9 titres et trois médailles en coupe d’Europe Indoor. Le bilan comptable est plutôt bon. J’ai eu de la chance car, lorsque j’ai été lancé en en équipe première, les planètes se sont bien alignées : en tant que jeune gardien, je pouvais commettre des erreurs car l’équipe jouait bien et nous n’avons jamais joué le maintien. Cela m’a donné de la confiance, j’étais l’un des enfants du club. Il n’y avait pas d’argument pour mettre quelqu’un à ma place car j’ai presté régulièrement à un bon niveau. Je garde énormément de bons souvenirs. Le plus grand sera le titre de 2022 remporté face à Gand à Louvain-La-Neuve. Je repense aussi à ces éditions épiques en EHL avec les Buchet, Vanneste, Feron, Tchouk, des amis d’enfance avec qui je jouais au hockey, notre passion à tous. La salle et les nombreux titres que nous avons remportés me viennent également à l’esprit. On me rappelle régulièrement l’anecdote du stick double taille en EHL, fourni par Olivier Nonnon. Un stick que j’ai utilisé lors de deux séances de shoot-out puis la fédération de hockey a adapté ses règles. Il me reste quelques matchs d’ici la fin de la saison avec l’objectif d’être présent une nouvelle fois en Play-off».


L’équipe nationale a également été un chapitre important de ma vie de hockeyeur. Ce ne sont que des bons moments. Nous n’avions pas de défraiement quand je suis arrivé, c’était le but de chaque joueur de DH d’intégrer l’équipe nationale pour représenter son pays. J’étais présent à Mönchengladbach qui fut le début d’une nouvelle ère pour le hockey belge. Il y a eu aussi la première victoire contre l’Australie en World League aux shoot out (ndlr il avait alors été l’artisan du succès belge en stoppant plusieurs tentatives des joueurs Aussie). Et bien-sûr la médaille d’argent à Rio aux Jeux Olympiques de 2016, un souvenir impérissable. »


« J’ai aussi été le témoin de l’évolution du hockey vers plus de professionnalisme. Tant en club qu’en équipe nationale. L’arrivée de la vidéo pour encadrer les équipes, le facteur nutrition ou récupération, toutes des choses qui ont permis d’augmenter le niveau du hockey en Belgique. La préparation physique aussi. A mes débuts, nous partions de 0 au début du mois d’aout et nous n’étions pas encore tout à fait prêts lors de l’entame de la saison. Dorénavant, nous avons un programme à suivre même en vacances. Tout cela fait que le jeu est beaucoup plus rapide, plus structuré. Le championnat est devenu l’un des meilleurs voir le meilleur du monde. Je ne vis pas dans le regret, les époques ont changé. Quand j’ai commencé, les joueurs ne changeaient pas si facilement de couleurs, il y avait une certaine fidélité au maillot. Actuellement, il reste encore quelques clubmans comme Jérome Truyens, Felix Denayer, John Verdussen, Amaury Keusters. Ce que je retiens en premier de cette belle carrière, ce sont toutes les rencontres qui ont jalonné ces années. J’ai eu la chance de côtoyer nombres de personnalités épatantes et j’ai aussi l’impression d’avoir laissé l’image de quelqu’un de sympa, respectueux. Cela, ça n’a pas de prix. Je vais pouvoir profiter de ma vie de famille le week-end même si je resterai un spectateur attentif du hockey belge ».

Damien Russel


- - -

Jeremy Gucassoff: het laatste seizoen van een groot kampioen


Aan het einde van dit seizoen sluit Jeremy 'Mimi' Gucassoff een belangrijk hoofdstuk af in zijn leven als Eredivisie-hockeyer. 18 seizoenen lang heeft hij met passie, zelfopoffering en talent de velden van de elite bespeeld. Net als John Verdussen is hij het toonbeeld van een echte clubman, een speler die maar één club heeft gekend, Racing. Net als Felix Denayer vertegenwoordigt ook hij de waarden van de hockeysport, zoals fair play en voorbeeldigheid, omdat hij zowel bij een overwinning als bij een nederlaag gehoor gaf aan fans en pers. Bovendien zal hij altijd worden herinnerd als een heel sympathieke kerel.


Monoloog


"Ik ben bij de Eekhoorntjes begonnen bij Racing. Al snel speelde ik met een stel vrienden en begon ik in 2006 bij de Eredivisie met wat we de 'Melotte-generatie' noemden, genoemd naar Luc, onze coach die ons in de Eredivisie lanceerde: de gebroeders De Mot, Jérôme en Nicolas Truyens, Vanneste, Feron, Buchet enzovoort. Vóór 2006 stuiterde de club tussen D1 en Eredivisie, maar sindsdien heeft het zich gestabiliseerd in Eredivisie en staan we nu eerder bovenaan de ranglijst. We werden al snel play-offkandidaten en ik speelde in heel wat play-offedities, met vijf competitiefinales (waaronder één verloren van Dragons in de slag om de titel) en een titel in 2022, twee EHL "final 4" en een medaille vorig jaar. Ook Indoor verzamelde ik bekers, met 9 titels en drie medailles in de Europese Indoor Cup. De eindbalans ziet er goed uit. Ik heb geluk gehad, want toen ik in het eerste team belandde, viel alles mooi op zijn plek: als jonge keeper mocht ik fouten maken omdat het team goed speelde en we nooit speelden voor het behoud. Dat gaf me vertrouwen, ik was een van de kinderen van de club. Er was geen reden om iemand op mijn plaats te zetten omdat ik regelmatig op een goed niveau presteerde. Ik heb zoveel goede herinneringen. De mooiste herinnering is ongetwijfeld de titel die ik in 2022 won tegen Gent in Louvain-La-Neuve. Ik denk ook terug aan die epische EHL-edities met Buchet, Vanneste, Feron en Tchouk, jeugdvrienden met wie ik sinds het begin hockey speelde, onze passie. Ik denk ook graag terug aan de indoorhockey en de vele titels die we hebben gewonnen. Ik moet regelmatig denken aan de anekdote, in de EHL, met de dubbelgrote stick van Olivier Nonnon. Ik gebruikte deze stick tijdens twee shoot-out sessies waarna de hockeybond de regels veranderde. Ik heb nog een paar wedstrijden te gaan tot het einde van het seizoen en mijn doel is om weer deel te nemen aan de play-offs."


"Het nationale team was ook een belangrijk hoofdstuk in mijn hockeyleven. Stuk voor stuk mooie herinneringen eigenlijk. We hadden geen onkostenvergoeding toen ik aankwam en het was het doel van elke Eredivisiespeler om in het nationale team te komen en zijn land te vertegenwoordigen. Ik was erbij in Mönchengladbach, het begin van een nieuw tijdperk voor het Belgische hockey. En dan kwam ook de eerste overwinning tegen Australië in de World League op de shoot-out (noot van de redacteur: hij zorgde voor het Belgische succes door verschillende pogingen van Aussie-spelers te stoppen). En natuurlijk de zilveren medaille op de Olympische Spelen van 2016 in Rio, een onvergetelijk moment."


"Ik heb ook de evolutie van het hockey naar meer professionalisme meegemaakt. Zowel op club- als op nationaal teamniveau. Het gebruik van videomateriaal om de teams te begeleiden, de voedings- en herstelfactor, allemaal dingen die hebben geholpen om het niveau van hockey in België te verhogen. Ook de fysieke voorbereiding. Toen ik begon, begonnen we begin augustus vanaf 0 en we waren nog niet helemaal klaar toen het seizoen begon. Nu hebben we een programma dat we kunnen volgen, zelfs als we op vakantie zijn. Dit alles maakt dat het spel veel sneller en gestructureerder verloopt. Onze competitie is een van de beste, zo niet de beste, ter wereld geworden. Ik heb geen spijt, de tijden zijn veranderd. Toen ik begon, veranderden spelers niet zo makkelijk van kleur; er was een bepaalde loyaliteit aan de club. Op dit moment zijn er nog een paar echte clubmannen zoals Jérome Truyens, Felix Denayer, John Verdussen en Amaury Keusters. Wat me het meest is bijgebleven van mijn carrière zijn alle mensen die ik in de loop der jaren heb ontmoet. Ik heb het geluk gehad om met een aantal geweldige persoonlijkheden om te gaan en ik heb ook de indruk dat ik het imago van een aardig, respectvol iemand achterlaat. Dat gevoel is van onschatbare waarde. In het weekend kan ik genieten van mijn gezin, ook al blijf ik aandachtig toeschouwer van het Belgische hockey."


Partners

Top